Posts

Posts uit november, 2019 tonen

Terug naar huis

Afbeelding
Ik zit hier achter mijn laptop, uitzicht op zee bij ondergaande zon. Twee weken Kaapstad zijn weer voorbij. Thuis wacht de winterkou, maar ook de knusse gezelligheid van de Hollandse decembermaand, met alle kinderen, Sint en Kerst. Het verblijf hier heeft verschillende fases gekend. Aanvankelijk viel het niet mee. Mijn lichaam stribbelde tegen. Veel last van neuropathische tintelingen, continu opgeblazen kop, stekende hoofdpijn en heel weinig energie. Op een wanhopig moment heb ik een stukje geschreven over mijn gemoedstoestand. Ik wilde het niet direct plaatsen op het blog omdat ik het zonde vond deze mooie reis te bezoedelen met negatieve berichtgeving. De rest van het verblijf zou tenslotte zomaar een stuk beter kunnen zijn. Dus verzweeg ik mijn teleurstelling maar even. Na het - in stilte - slaken van mijn wanhoopskreet is alles gelukkig weer helemaal goed gekomen. Kaap de Goede Hoop heeft zijn naam eer aan gedaan. We hebben het heerlijk gehad, de zon heeft mijn lichaam verw

Onzeker

Afbeelding
Het niet-geplaatste stukje: Ik was niet helemaal eerlijk in mijn vorige blogje. Ik wilde het zonnige Afrika-verhaal niet overschaduwen, maar eigenlijk voel ik me klote. Misschien had ik teveel verwacht van de helende werking van de zon. Misschien hoopte ik teveel op genezing door de heldere zeelucht. Maar de realiteit is dat ik me sinds ik hier ben alleen maar minder goed voel dan in Nederland. Alles rilt en trilt, mijn hoofd blaast zich constant op en de ‘krab’ die in mijn borst huist doet zijn knagende werk. Gisteren was ik even met Lydia op stap. Een half uurtje van huis met de Uber. Ik liep te trillen op mn benen, zwetend, hoge hartslag, misselijk. Het maakte me onzeker. Hoe kom ik thuis? Wat doe ik hier eigenlijk? Wat als ik serieuze zorg nodig heb? Ik had mezelf vantevoren verteld dat ik altijd nog in het vliegtuig kon stappen terug naar Amsterdam. Een nachtje vliegen. Maar nu kon ik me niet voorstellen dat ik zo’n vlucht überhaupt zou overleven. Gelukkig ging het ’s a

Droomreis

Afbeelding
Een jaar geleden, ik lag in het ziekenhuis, brachten vrienden een bezoek aan Lydia. Ze waren op weg naar Schiphol om een maand door te brengen in Kaapstad. 'Volgend jaar gaan jullie mee'. Op dat moment leek dat een over-optimistisch vooruitzicht. Lydia had het er zwaar mee; teveel hoop leidt soms tot hopeloosheid. In april, de stamceltransplantatie nog maar net achter de rug, in bed liggend als een pasgeboren baby, besloot ik om tickets te kopen. Ik geloofde niet echt dat de reis door zou gaan, maar het voelde goed om een punt aan de horizon te hebben, iets gepland in de toekomst waar we naar uit konden kijken. Ik houd van Kaapstad. Van de lucht, het licht, de gemoedelijkheid en het lekkere eten. De vorige keer dat ik er overwinterde wilde ik niet meer naar huis. Toen mijn lichaam aansterkte en de kansen toenamen, kaartten we het plan ook aan in het ziekenhuis. Voor- en tegenstanders daar. De risico’s scholen voornamelijk in de hygiënische omstandigheden. Niet alleen ‘Af

Nog lange niet

Afbeelding
Ik ben er nog niet. Verdomme, ik ben er nog lang niet. Voor de zoveelste keer heb ik me weer laten betoveren door een paar goede dagen waarin ik weer mocht proeven aan ontluikende levensenergie. En voor de zoveelste keer kreeg ik weer het lid op de neus. Het lichaam stagneert weer, een keur aan oude en nieuwe kwalen dient zich aan. De middagslaap is weer terug. Ok, de ochtendslaap ook. Als ik over mijn schouder terugkijk, naar de trage dagen van het eerste kwartaal, is het allemaal geen drama. Ik leef een stuk meer dan toen. Maar dat ik vol bravoure al liep te verkondigen dat ik niet langer ‘patient' wilde zijn, was toch echt te voorbarig. Veeeel te voorbarig, zo peperde mijn lieve coach me in. Ze gaf me er van langs. Allereerst omdat ik, door me onkwetsbaar te voelen, mijn genezing in gevaar breng. De zorgvuldige hygiene van het begin, toen ik geen handen gaf, geen deurkrukken aanraakte en vier keer per dag tanden poetste, had inmiddels plaatsgemaakt voor de gedachte dat me