Mijn vriend, de Dood
Op 28 September 2018 werd ik gebeld door mijn huisarts. In één zin legde hij uit wat er aan de hand was: ik had een acute, levensbedreigende ziekte en moest me binnen een uur melden in het ziekenhuis.
Ik belde mijn vrouw en mijn zakenpartners, zette mijn telefoon op stil en stapte op mijn elektrische stepje. Zwierend door de herfstzon reed ik naar huis, waar mijn totaal overdonderde vrouw op me wachtte. Ik dacht dat het de laatste rit van mijn leven zou worden; ik kon er maar beter van genieten.
Dat bezoek aan het ziekenhuis werd een een verhaal van vijf maanden. Het was een kronkelig pad, dat niet zelden langs de afgrond liep.
In dat ziekenhuis zag ik twee deuren die naar buiten leidden: een links en één rechts. De rechterdeur verschafte toegang tot het Leven; achter de linkerdeur bevond zich de Dood.
Het Leven kende ik al. Dus nieuwsgierig als ik ben, klopte ik voorzichtig aan bij die andere deur. Daar vond ik de Dood.
Hij (of zij) was totaal anders dan ik me had voorgesteld. Daar stond een groot blauw knuffelmonster, met grote, vriendelijke ogen. Hij stak zijn hand uit en die pakte ik vast. Zo zacht en vriendelijk zag hij eruit, dat ik de drang kreeg om hem te omhelzen.
Maar vriendelijk en beslist, duwde hij me terug. Hij glimlachte. 'ik zou je met liefde in mijn armen sluiten en mijn hele hart voor je openen. Maar weet dat er dan geen weg terug is.'
Geschrokken deed ik een stap achteruit.
Met een twinkel in zijn ogen keek hij me aan.
'Maak je geen zorgen. Ik zal er altijd voor je zijn. Ooit komt de tijd dat je klaar bent voor mijn omhelzing.'
Ik keek hem aan, bedankte hem, en met een warm gevoel deed ik de deur voorzichtig dicht.
Dankzij de hulp van veel lieve, toegewijde mensen van over de hele wereld werd er een behandelplan geboren dat mij uiteindelijk het Leven schonk.
Maar toen ik eenmaal door de rechterdeur het ziekenhuis verlaten had, toen bleek het Leven totaal niet te lijken op dat wat het daarvoor was. Ik kon nauwelijks lopen, had de energie van een slak, een ontploffend hoofd en mijn hele lichaam deed pijn. En ik, die altijd mensen om me heen verzamelde, kon grote gezelschappen niet meer aan.
In die tijd dacht ik terug aan die andere deur. Aan de liefdevolle omhelzing die me daar wachtte. Aan de rust die daar zou zijn, ver weg van geldzaken, politieke retoriek en oorlogsgeweld. Eeuwige rust. Het klonk zo aanlokkelijk.
Kijk mij nu strompelen, niet wetend wie ik ben of waarheen ik ga. Heb ik niet de verkeerde deur gekozen?
Ik werd overvallen door een soort FOMO van het niet-doodgaan. Alsof ik een mooie reis had geboekt en vervolgens de boot had gemist. Zo'n mooie kans verspeeld om legitiem te sterven! Wat voor ellende zou ik moeten doorstaan om een volgende keer wel aan de beurt te zijn?
Mijn existentiële twijfel ontwikkelde zich tot een depressie. Voor mijn vrouw was dat een zware tijd. Man terug, iedereen blij, maar die ondankbare hond klaagt dagelijks dat hij niet dood is!
Met behulp van plantmedicijnen ben ik uit dit zware gat gekropen en weer de kleuren van het Leven gaan zien. En nu, 5 jaar later, slok ik het Leven weer gulzig naar binnen.
Maar mijn vriendschap met de Dood is gebleven. En in zekere zin geïntensiveerd.
Ik weet immers dat hij er altijd voor me is. En die wetenschap geeft heel veel steun.
Als ik me een nacht heel erg ziek voel, kan ik mezelf in slaap sussen met de gedachte dat ik misschien wel in die zachte armen wakker word. De Dood staat dan rustig in de hoek van de kamer met zijn vriendelijke ogen en houdt de wacht.
Op momenten van angst, roep ik hem erbij. We knipogen dan even naar elkaar en hij toont me zijn opgestoken duim. 'I got your back, bro !'
Als ik nu met anderen praat over de dood, ontmoet ik veel angst, scepsis en ontzag. Alleen een handjevol mensen die zelf op het randje hebben gelopen snappen wat ik bedoel.
Ik denk echter dat iedereen baat zou kunnen hebben van een beetje liefde voor de Dood. Zo vaak zie ik mensen uit angst voor de dood verkrampen in hun ziekteproces, waardoor het lijden zwaarder wordt, ook voor hun naasten. En velen zijn door die angst meer bezig met lang leven dan met mooi leven.
Daarom pleit ik voor een rebranding van de Dood. Een culturele upgrade. Probeer hem eens te omarmen, in plaats van hard van hem weg te rennen. Laat hem toe in je gedachten. Dat leidt niet tot somberheid: in het licht van de eindigheid krijgt het leven juist méér glans.
Tenslotte zul je toch ooit door hem omhelsd worden.
Het Leven is even, de Dood voor altijd.
Hi Herman,
BeantwoordenVerwijderenJe kwam in onze gedachten voorbij. We zijn blij om te lezen dat het beter met je gaat. Wat een weg. Fijn dat het plant medicijn je heeft geholpen. We volgen je. Geniet van al wat er is en mag zijn.
Liefs,
Eric van Doorn en Marcella Kramer
Geweldig Herman en wat een heerlijk inzicht. Fijn dat we nog wat van je tijd hebben gekregen om zelf die grote knuffels aan je te geven, voordat de Dood dat van ons overneemt.
BeantwoordenVerwijderenIk word er stil van hoe mooi als jij dit ingewikkelde, hobbelige pad beschrijft. Herman
BeantwoordenVerwijderenBenieuwd ook naar het interview. Fijne Paasdagen met de familie Martje
Mooi stuk! Ik heb nog nooit met liefde gedacht aan de dood. Ik ben er zelfs een beetje boos op. Zo van “ wat doe je me aan”. Het lijkt me wel fijn zo’n warme relatie. Bijzonder ook. Ik kijk uit naar het boek en het interview.
BeantwoordenVerwijderenEn blij dat het toch 1 is geworden en niet 0! Fijne Pasen liefs Ymke
Personally, I am glad that Death pushed you away for a while and that you chose life! Looking forward to reading your book someday and continue to enjoy reading your blog today! Sending lots of love to you. xoxo
BeantwoordenVerwijderenWat een mooi thema Herman, ben heel benieuwd naar je boek. x
BeantwoordenVerwijderenWauw!
BeantwoordenVerwijderenWeer zo mooi omschreven... en wat goed dat je boek er gaat komen. Ik kijk er naar uit.. lieve groet aan jullie, Ingrid
BeantwoordenVerwijderen